Jongens kijken - augustus 2003
Of ik mee ging jongens kijken vroeg een kennis aan mij. Nou, ik en jongens kijken, count me in! We gingen naar een bar in Amsterdam waar veel Roemeense jongen kwamen. Ik viel als een blok voor een jongen die met grote puppy-ogen naar me keek. Ik vond twee dagen later een goed excuus om weer naar die bar te gaan en zag opnieuw die lichtbruine ogen met die lange wimpers en brede wenkbrauwen erboven. Ik was verloren. Ze moeten die Roemeense jongens een sticker opplakken zoals ze ook op sigarettenpakjes doen: “gebruik van dit product kan tot ernstige verslaving leiden”. En zo is het gekomen. Het was 28 augustus 2003. Ik raakte geïnteresseerd in hem (ik noem hem Liefje), in zijn cultuur, zijn taal, zijn muziek. Het Roemeniëvirus sloeg toe.
Maar Liefje was er niet eentje om te houden. Misschien zag ie in mij een ticket to Europe en waren mijn knikkende knieën zodra ik in zijn buurt was, een veeg teken van een ernstige, maar geen onbehandelbare verslaving. En vaak verzuchtte ik “was zijn karakter maar net zo mooi als zijn uiterlijk”. Ik heb in de loop der tijd gemerkt dat dat Oostblokvolk een hele lieve en een hele harde kant in hun karakter heeft. Dus onze – wat ik absoluut geen relatie noemde maar wat het dan was, viel alleen in het woord Liefje te bevatten – nou ja noem het ontmoetingen, verliepen met veel up’s en downs en daarom werd hij de Rollercoasterman genoemd door mijn vriendinnen. Tot ik de laatste benedenvlucht van het rollercoasterkarretje niet meer kon verdragen en er een streep onder zette. Na enige tijd kreeg ik een telefoontje van het Detentiecentrum in Alphen a/d Rijn. Een medewerker vertelde me dat Liefje mijn telefoonnummer had opgegeven en dat ik zijn vriendin zou zijn. Hij had wel behoefte aan kleren, sigaretten en bezoek. Maar ik had geen enkele behoefte meer om iets voor hem te betekenen. Een week of wat later belde ie me zelf en vertelde me dat ie het land zou worden uitgezet. En wel op 21 mei 2005. Ik riep in mijn enthousiasme dat ik op diezelfde dag óók naar Roemenië zou vliegen, ik ging voor het eerst op vakantie naar zijn land. Hij had een vlucht eerder die dag en stelde voor dat ie op me zou wachten op de luchthaven. Nee hoor bedankt, reis maar meteen door naar de Maramureș. Ik zag het al voor me, ik zou door een Roemeense kennis worden afgehaald en dan zou hij daar ook staan, hoe onhandig. Vóór vertrek kon ik aanschouwen hoe via een zijtrappetje een Roemeen door de Marechaussee het vliegtuig werden binnengeleid, zo werden ze dus het land uitgezet en zo zou ook Liefje op de achterste rij in het vliegtuig hebben gezeten.
Vijf jaar later zou ik op vakantie in Roemenië voor het eerst in de regio Maramures zijn en reden we door zijn dorp heen. We stopten, genoten ondertussen van de markt die er was, en ik informeerde bij een door de modder baggerende knul of ie Liefje kende. Ja, die zat in Italië. Dat dacht ik wel, dat was destijds zijn plan. Ik zei doe ‘m de groeten van een Hollandse, lang, blond, kan niet missen.
Deze hou ik - augustus 2005
Na het ronddollen met het jonge spul uit de Amsterdamse bar wilde ik er een voor vast hebben. Ik maakte een wensenlijstje in mijn hoofd waar hij aan zou moeten voldoen. Op een avond was er een nieuw gezicht in de bar en deze leek alles aan te vinken wat ik zocht. Ik ging naar hem toe voor een praatje. Later bleek dat ie mij ook al had gezien en tegen iemand had gezegd dat ie mij wilde hebben, maar dat ie alleen Roemeens sprak, en geen Engels of wat dan ook, dus ik was onbereikbaar. De ander zei tot zijn verbazing dat ik wat Roemeens sprak, dus dat er geen belemmering was. Aan het einde van de avond realiseerde ik me dat dit ‘m was.
We spraken nog een keer af en toen ik een kwartiertje te laat in het centrum van Amsterdam aankwam, tikte ie op zijn horloge en zei ‘ik ben punctueel’. Hoe bijzonder, dit was de eerste Roemeen die ik was tegengekomen die er eerder was dan ik!
Het was het begin van een stormachtige relatie die twee jaar zou duren. Een vrijgevochten Hollandse meid en een traditionele Roemeen, dat ging echt met vallen en opstaan. Alhoewel ik redelijk Roemeens sprak, spraken we meestal Engels, omdat we er voor hadden gekozen dat hij die taal zou leren. Soms werd het een mengelmoesje en dan riep ik hem toe ‘can you please close the ușa?’ (de deur). De taalproblemen en de culturele problemen lagen voor het oprapen, daarnaast was het voor hem niet eenvoudig dat ie de eerste anderhalf jaar niet mocht werken. Zodra Roemenië bij de EU kwam was dat groot feest (ik was voorstander vanwege mijn persoonlijke situatie, in retrospectief ben ik tegenstander omdat Roemenië nog niet klaar was tot toetreding) en kon hij als zelfstandige aan de slag bij een bouwbedrijf.
Ruzies, ruzies, ruzies, maar daarna was er niets zo mooi als het weer goed maken. Had ik weer een Rollercoasterman getroffen? Wat zag ik toch in de Roemeense karakters, ze zijn zo lief en zo slecht, er zit niets gematigds bij. Wat ik eerst hield voor taalconflicten en interculturele problemen kwam uiteindelijk toch neer op karakterverschillen. Het liep slecht af na twee jaar.
Straatkrantverkoper Mihai
september 2008
Nadat het dus heel slecht afliep, wilde ik in eerste instantie helemaal niets meer met Roemenië te maken hebben. Ik pakte een grote kartonnen doos en kieperde er alles in wat er mee te maken had, kalender, posters, boeken, muziek-cd’s, alles weg, weg, weg. Tot het moment dat er weer een klein kriebeltje opstak en ik merkte dat ik nog altijd van het land, de taal en de muziek hield. Wat zou ik toch weer graag met iemand Roemeens willen praten. Nou, je zou het toeval kunnen noemen, of je zou kunnen zeggen dat mijn wens meteen de volgende dag werd verhoord. Ik geloof zelf in het laatste.
Er stond een Roemeense straatkrantverkoper bij mijn supermarkt en we raakten in gesprek. Of ik hem Nederlands wilde leren. Ja, als hij me dan hielp met mijn Roemeens. In het begin was ik voorzichtig en sprak ik niet thuis af, maar zaten we in een parkje. Maar toen de herfst eenmaal inzette en ik vertrouwen in hem had gekregen kwam ie bij me thuis. Nooit heeft hij mijn vertrouwen in hem beschadigd. Er bestaan rechtschapen Roemenen.
Wat zie ik toch in het land. Tegenover alle geweldige ervaring kan ik net zo goed minder positieve ervaringen zetten. Er zijn toch ook andere mooie landen? Maar Roemenië raakt me!
Wat heb ik geleerd van Roemenië? Wat meer leven in het hier en nu. Accepteren wat is. Schouders ophalen en zeggen ‘așa e’, zo is het nu eenmaal. En tegen Roemenië zou ik willen zeggen: laat de kop niet hangen, verzet je tegen alles wat niet deugt. Niks ‘așa e’. En wie weet ontmoeten we elkaar ergens in het midden, waar het leven best of both worlds biedt. Verander wat je niet accepteren kunt en accepteer wat je niet veranderen kunt.