April 2013
Ploiești
Na een vlekkeloze vlucht (nou ja, Arjan twitterde even rond dat de ‘delicious snack’ verre van delicious was en de KLM veronttwitterschuldigde zich meteen) huurden we bij aankomst in Boekarest een auto en reden we naar Ploiești. Pension La Gina, gevonden op internet, buiten de stad leek ons wel wat. Maar het in real life vinden was vers twee. Eenmaal gevonden was het volgeboekt. Het was Sfântul Gheorghe. Iedereen met naam George of een variatie daarop vierde die dag, en anderen zonder die naam vierden dat graag mee, zo te zien aan de vele blikjes bier op de tafel. Gina had mijn reservering niet gelezen en de telefoon had ze even niet aan kunnen nemen. Te druk met meevieren met de Georges? Ze greep mijn hand, wat vond ze dat nou toch erg. Wilden we dan de daaropvolgende nachten wel reserveren? Ja, dat wilden we wel, nadat we de ruime kamers en de heerlijke tuin hadden bewonderd.
De volgende avond kwamen we (toegegeven, het was vrij laat) terug bij La Gina. Weer greep ze mijn hand. Kamers waren vol, ze had niet gedacht dat we nog zouden komen. ‘We hadden toch afgesproken’ zei ik. ‘Dan komen we ook, anders zou ik afbellen’. Van Roemenen was ze dat echter niet gewend. Koortsachtig nadenken, ze regelde wel wat. Die en die gingen in haar kamer slapen en zij op de bank in de keuken. Ik geloof dat ze tamelijk gebroken wakker werd de volgende morgen, maar ze toverde een toch overheerlijk ontbijt voor ons klaar.
Na een vlekkeloze vlucht (nou ja, Arjan twitterde even rond dat de ‘delicious snack’ verre van delicious was en de KLM veronttwitterschuldigde zich meteen) huurden we bij aankomst in Boekarest een auto en reden we naar Ploiești. Pension La Gina, gevonden op internet, buiten de stad leek ons wel wat. Maar het in real life vinden was vers twee. Eenmaal gevonden was het volgeboekt. Het was Sfântul Gheorghe. Iedereen met naam George of een variatie daarop vierde die dag, en anderen zonder die naam vierden dat graag mee, zo te zien aan de vele blikjes bier op de tafel. Gina had mijn reservering niet gelezen en de telefoon had ze even niet aan kunnen nemen. Te druk met meevieren met de Georges? Ze greep mijn hand, wat vond ze dat nou toch erg. Wilden we dan de daaropvolgende nachten wel reserveren? Ja, dat wilden we wel, nadat we de ruime kamers en de heerlijke tuin hadden bewonderd.
De volgende avond kwamen we (toegegeven, het was vrij laat) terug bij La Gina. Weer greep ze mijn hand. Kamers waren vol, ze had niet gedacht dat we nog zouden komen. ‘We hadden toch afgesproken’ zei ik. ‘Dan komen we ook, anders zou ik afbellen’. Van Roemenen was ze dat echter niet gewend. Koortsachtig nadenken, ze regelde wel wat. Die en die gingen in haar kamer slapen en zij op de bank in de keuken. Ik geloof dat ze tamelijk gebroken wakker werd de volgende morgen, maar ze toverde een toch overheerlijk ontbijt voor ons klaar.
De eerste dagen van onze vakantie was gewijd aan werk. We draaiden mee met het sterilisatieproject van Alex Ionescu in Ploiești. Eerst werden er honden opgehaald met een busje. De honden werden van straat gehaald en ook aangemeld per telefoon door eigenaren zelf, die wisten dat de hond gratis wordt gesteriliseerd. De zigeunerjongens Bogdan en Ion waren in dit geval de ‘goede’ hondenvangers (normaal gesproken richten hondenvangers dood en verderf aan). Er waren stevige schoenen en werkkleding voor hen geregeld vanuit Nederland, en daar waren ze blij mee.
We zagen dierenarts Gabi aan het werk en ik legde alles fotografisch vast. Een hondje dat vanmorgen was gevonden op straat werd meteen gesteriliseerd. De dierenarts zag dat ze een week of wat geleden een nestje had gekregen. Wat er met de pups is gebeurd vragen we ons maar niet af... Het enige is dat dit haar laatste zal zijn!
De dag erop werden de gesteriliseerde honden weer naar hun eigenaren of eigen territorium gebracht. Soms zo hartverwarmend, een eigenares was zo blij, gaf koffie en chocolade aan Alex, en had (niet dat het nodig was) zelf nog antibiotica gekocht.
We zagen dierenarts Gabi aan het werk en ik legde alles fotografisch vast. Een hondje dat vanmorgen was gevonden op straat werd meteen gesteriliseerd. De dierenarts zag dat ze een week of wat geleden een nestje had gekregen. Wat er met de pups is gebeurd vragen we ons maar niet af... Het enige is dat dit haar laatste zal zijn!
De dag erop werden de gesteriliseerde honden weer naar hun eigenaren of eigen territorium gebracht. Soms zo hartverwarmend, een eigenares was zo blij, gaf koffie en chocolade aan Alex, en had (niet dat het nodig was) zelf nog antibiotica gekocht.
Bij een zigeunerfamilie waar zowel de honden als de mensen aanjongden, werd een hond terug gebracht. Een meisje toonde een van de andere honden. We vroegen aan Alex hoe deze familie wist van haar sterilisatieproject. Alex vertelde over de scouts die in hun buurt mensen vertellen over de mogelijkheid, en zo ook deze familie had aangesproken. De ene helft van de familie is voorstander van steriliseren, de andere niet. Bij de teruggebrachte hond had de ene helft gewonnen.
Samen met Alex bezochten we meneer en mevrouw Fodor. Een verhaal van hoop, het kan wel! In deze buurt is het zwerfhondenprobleem binnen de perken. Een aantal honden gesteriliseerd, een aantal geadopteerd, en er lopen nog twee lieve (te dikke!) gesteriliseerde honden rond. De een miste een poot, maar stond zich toch met de stomp te krabben, dat was zo’n grappig gezicht. Omdat ze niet meer worden achtervolgd door hordes reuen, klagen de mensen niet meer over het blaffen en agressieve honden in de straat. Er worden geen hondenvangers meer gebeld, iedereen is tevreden.
Mevrouw Fodor is een fantastische vrouw, een dierenliefhebster in balans met hart en hoofd. En ze kwam uit een gedeelte van het land waar de mensen langzamer Roemeens praten, ik kon haar daardoor uitstekende begrijpen. Arjan kletste ondertussen met meneer Fodor en hoorde zo hun boeiende en evenzo pijnlijke familiegeschiedenis. Symbool voor de roerige geschiedenis van Roemenië, van annexatie van land en van gedwongen verhuizingen.
We hebben genoten van ons bezoek aan hen! We kregen twee flessen zeer goede wijn mee. In Roemenië ga je nooit met lege handen weg.
Mevrouw Fodor is een fantastische vrouw, een dierenliefhebster in balans met hart en hoofd. En ze kwam uit een gedeelte van het land waar de mensen langzamer Roemeens praten, ik kon haar daardoor uitstekende begrijpen. Arjan kletste ondertussen met meneer Fodor en hoorde zo hun boeiende en evenzo pijnlijke familiegeschiedenis. Symbool voor de roerige geschiedenis van Roemenië, van annexatie van land en van gedwongen verhuizingen.
We hebben genoten van ons bezoek aan hen! We kregen twee flessen zeer goede wijn mee. In Roemenië ga je nooit met lege handen weg.
De dag daarop schreef ik op Facebook: “Voor degenen die somberen dat er in die landen niks gebeurt, of dat ze het daar zelf moeten oplossen: er gebeurt heus wel wat. Misschien is het minder zichtbaar dan een zielig hondje dat gered moet worden. Maar politieke beïnvloeding is belangrijk in de weg naar meer dierenwelzijn. Alex en wij als Nederlandse afvaardiging waren vandaag bij een rondetafelontmoeting aanwezig. Loco-burgemeester, raadsleden, pers, politie, NGO’s, in totaal 39 man, om te praten over een goed plan van aanpak. Of dat er door komt is ongewis, maar er is hoe dan ook vooruitgang!”
Helaas haalde recent – het is eind juni dat ik dit opschrijf - de realiteit het optimisme in. De burgemeester, gekozen mede dankzij de verkiezingsslogan ‘Zwerfhonden horen niet op straat’, wat natuurlijk zou moeten zijn ‘er horen geen zwerfhonden te zijn’, trok blijkbaar zijn eigen plan. Nacht na nacht werden er honden vergiftigd, op straat, maar ook honden van eigenaren op hun eigen terrein, zelfs met gevaar voor kinderen, met een landbouwgif dat in de hele EU verboden is. Ook honden die door Alex met ons ingezamelde geld waren gesteriliseerd. De straten stonken van de kadavers. Ook in andere delen van het land was er opeens op opleving van de hondenverdelgingsbedrijven. Had het iets te maken met een nieuwe dierenwelzijnswet die er net doorheen was, onder druk van de EU, en wilden de corrupte politici en de door hen aangestelde bedrijven nog even flink uit de ruif eten?
Helaas haalde recent – het is eind juni dat ik dit opschrijf - de realiteit het optimisme in. De burgemeester, gekozen mede dankzij de verkiezingsslogan ‘Zwerfhonden horen niet op straat’, wat natuurlijk zou moeten zijn ‘er horen geen zwerfhonden te zijn’, trok blijkbaar zijn eigen plan. Nacht na nacht werden er honden vergiftigd, op straat, maar ook honden van eigenaren op hun eigen terrein, zelfs met gevaar voor kinderen, met een landbouwgif dat in de hele EU verboden is. Ook honden die door Alex met ons ingezamelde geld waren gesteriliseerd. De straten stonken van de kadavers. Ook in andere delen van het land was er opeens op opleving van de hondenverdelgingsbedrijven. Had het iets te maken met een nieuwe dierenwelzijnswet die er net doorheen was, onder druk van de EU, en wilden de corrupte politici en de door hen aangestelde bedrijven nog even flink uit de ruif eten?
De laatste avond in Ploiești was het partytime! Ladies in pink, tussen de mannen van het sterilisatieteam; de jongens Bodgan en Ion, dierenarts Gabi, en assistent Vali. Ion nam zijn zus mee, die de vrouw van Bogdan bleek te zijn. Dat was een tegenvaller. Ik had grapjes gemaakt met Bogdan, dat hij zo adoptabel was, maar dat ie eerst gevaccineerd en gesteriliseerd moest worden voordat hij mee kon naar Nederland.
Het restaurant had een dansvloer en ik genoot van het kijken naar de mensen die de traditionele Roemeense volksdansen onder de knie hadden.
Het afrekenen ging weer geheel Roemeens, we begrepen vanuit onze culturele context niet wie nou wel/niet meebetaalde en waarom, maar who cares, naar onze maatstaven was eten in een luxe restaurant een koopje.
Het restaurant had een dansvloer en ik genoot van het kijken naar de mensen die de traditionele Roemeense volksdansen onder de knie hadden.
Het afrekenen ging weer geheel Roemeens, we begrepen vanuit onze culturele context niet wie nou wel/niet meebetaalde en waarom, maar who cares, naar onze maatstaven was eten in een luxe restaurant een koopje.
Sibiu
De volgende ochtend gingen we op weg naar Sibiu. Het was een schitterende tocht met uitzicht op bergen waar nog sneeuw lag.
Roemenië is zo’n lollig land. Waar elders kom je achter een restaurant een stukje land tegen met een hertje dat door mensen is grootgebracht (moeder was overleden, vertelde de eigenaar), waar de kalkoen zeker net zoveel weegt als het hertje (ik schat ‘m tien kilo) en waar een oude auto met een baal stro er op met ‘hotel’ wordt aangeduid voor de beestjes. En waar herdershond Lord voor een auto met Hongaars nummerbod met GAY er op zit. ‘Hij bijt niet hoor’, zei de eigenaar. Nee hè hè, dat had ik al lang door na een dikke knuffel met Lord. Ik snap al niet dat mensen dat niet zien, of een hond lief is of niet.
In Sibiu genoten we met volle teugen, het is een heerlijke stad, en we hadden al snel een vast stekkie op een terras waar een vrolijke meid ons erg prettig bediende. ‘Cum să nu’ zei ze na elke bestelling, (‘waarom niet’, maar dit zou zich eerder vertalen naar ‘maar natuurlijk’ zeggen op iedere bestelling ), dus begon ik haar mevrouw Cumsanu te noemen.
We zien zoveel verbeteringen in de omgeving van Sibiu, de wegen, de winkels, de vooruitgang gaat snel.
We waren in Sibiu om Anișoara te ontmoeten, de verkoopster van het huis in Laslău Mare. Haar man was plotseling overleden. Hij ging naar de slaapkamer om zijn pyjama aan te trekken en tien minuten later keek ze waar hij bleef en zat hij dood op de rand van het bed. Een hartaanval. De lieverd had het er nog erg moeilijk mee.
Roemenië is zo’n lollig land. Waar elders kom je achter een restaurant een stukje land tegen met een hertje dat door mensen is grootgebracht (moeder was overleden, vertelde de eigenaar), waar de kalkoen zeker net zoveel weegt als het hertje (ik schat ‘m tien kilo) en waar een oude auto met een baal stro er op met ‘hotel’ wordt aangeduid voor de beestjes. En waar herdershond Lord voor een auto met Hongaars nummerbod met GAY er op zit. ‘Hij bijt niet hoor’, zei de eigenaar. Nee hè hè, dat had ik al lang door na een dikke knuffel met Lord. Ik snap al niet dat mensen dat niet zien, of een hond lief is of niet.
In Sibiu genoten we met volle teugen, het is een heerlijke stad, en we hadden al snel een vast stekkie op een terras waar een vrolijke meid ons erg prettig bediende. ‘Cum să nu’ zei ze na elke bestelling, (‘waarom niet’, maar dit zou zich eerder vertalen naar ‘maar natuurlijk’ zeggen op iedere bestelling ), dus begon ik haar mevrouw Cumsanu te noemen.
We zien zoveel verbeteringen in de omgeving van Sibiu, de wegen, de winkels, de vooruitgang gaat snel.
We waren in Sibiu om Anișoara te ontmoeten, de verkoopster van het huis in Laslău Mare. Haar man was plotseling overleden. Hij ging naar de slaapkamer om zijn pyjama aan te trekken en tien minuten later keek ze waar hij bleef en zat hij dood op de rand van het bed. Een hartaanval. De lieverd had het er nog erg moeilijk mee.
We maakten in de tussentijd dat er wat bankzaken moesten worden geregeld een schitterende dagtocht door een gebied ten zuiden van Sibiu, waar ook wintersport plaatsvindt, en genoten van de mooie dorpjes zoals Cisnădie en Rășinari.
We troffen een piepklein winkeltje aan in het pittoreske plaatsje Cisnădie. Winkeltje doet dienst als Handwerkstube, boekwinkel, plaatselijke VVV, en je kunt er je rijbewijstheorie halen. Op zo’n moment vind ik Roemenië zo’n lollig land. Echt een winkeltje waar we hoe dan ook een aankoopje wilden doen.
En we raakten aan de praat met de winkeleigenaresse, die gek op honden is en ze in de buurt voert. Vervolgens kwam haar eigen hondje aangewandeld en vertelde ze dat er honden waren gevangen, verdoofd, en levend begraven. Maar gelukkig kon ze haar hondje redden, plus nog eentje van een vriendin van haar. Ze was een groot voorstander van invoeren van hondenbelasting om sterilisatieprojecten van te kunnen betalen. Een vrouw naar ons hart.
We pauzeerden op een terras in een streek met veel Saksische invloed. Bij restaurant Apfelhaus aan de Apfelstrasse. We bestelden een apfelstrudel. Of de ober even met de apfelstrudel tussen de appelbloesembomen wilde gaan staan (apfelstrudel van appels uit eigen appelboomgaard, mind you). Natuurlijk deed hij dat. Kom ik nu op Facebook, vroeg hij. Natuurlijk!
‘Mag ik een foto van u maken’, vroeg ik aan een mannetje in het fotografisch schitterende dorp Rășinari. In het algemeen vinden Roemenen dat goed, nog sterker, ze bedanken je ervoor! ‘Maar ik heb geen geld’, zei het (wat dovige en beschonken) mannetje verschrikt. ‘Nee nee, dat hoeft niet’, riep ik. ‘Want ik heb maar een klein pensioentje’, zei hij. Een passerende vrouw voegde er aan toe dat zijn echtgenote was overleden. Later gaf ik hem wat geld, terwijl hij er niet om had gevraagd, en was hij ontroerd en sloeg een kruisje.
We troffen een piepklein winkeltje aan in het pittoreske plaatsje Cisnădie. Winkeltje doet dienst als Handwerkstube, boekwinkel, plaatselijke VVV, en je kunt er je rijbewijstheorie halen. Op zo’n moment vind ik Roemenië zo’n lollig land. Echt een winkeltje waar we hoe dan ook een aankoopje wilden doen.
En we raakten aan de praat met de winkeleigenaresse, die gek op honden is en ze in de buurt voert. Vervolgens kwam haar eigen hondje aangewandeld en vertelde ze dat er honden waren gevangen, verdoofd, en levend begraven. Maar gelukkig kon ze haar hondje redden, plus nog eentje van een vriendin van haar. Ze was een groot voorstander van invoeren van hondenbelasting om sterilisatieprojecten van te kunnen betalen. Een vrouw naar ons hart.
We pauzeerden op een terras in een streek met veel Saksische invloed. Bij restaurant Apfelhaus aan de Apfelstrasse. We bestelden een apfelstrudel. Of de ober even met de apfelstrudel tussen de appelbloesembomen wilde gaan staan (apfelstrudel van appels uit eigen appelboomgaard, mind you). Natuurlijk deed hij dat. Kom ik nu op Facebook, vroeg hij. Natuurlijk!
‘Mag ik een foto van u maken’, vroeg ik aan een mannetje in het fotografisch schitterende dorp Rășinari. In het algemeen vinden Roemenen dat goed, nog sterker, ze bedanken je ervoor! ‘Maar ik heb geen geld’, zei het (wat dovige en beschonken) mannetje verschrikt. ‘Nee nee, dat hoeft niet’, riep ik. ‘Want ik heb maar een klein pensioentje’, zei hij. Een passerende vrouw voegde er aan toe dat zijn echtgenote was overleden. Later gaf ik hem wat geld, terwijl hij er niet om had gevraagd, en was hij ontroerd en sloeg een kruisje.
Op 1300 meter hoogte slingerden we door het prachtige berglandschap. Opeens een schaapskudde en een leuk ezeltje. Ik stapte uit. Pas op, riep een van de twee herders, de honden bijten. Natuurlijk, daar zijn hun waakhonden voor bedoeld. Maar ik bewoog behoed-zaam en riep terug dat ze mij niet bijten. De herder liep me tegemoet en even later zat ik tussen 350 schapen, 8 herdershonden en twee herders. Het leven wordt niet mooier dan dit. We kletsten wat, bent u getrouwd, kinderen, werk, etc. Of ik over een maand terug kom, dan heeft hij schaapskaas voor me. Terugkomen? Ik wil niet eens weg. Ik wil voor eeuwig op die berg tussen de dieren blijven zitten.....
Ik fotografeerde hun honden naar hartenlust, het waren schitterende inheemse hondenrassen.
Ik zag dat het ene hondenoor was afgeknipt, het andere niet. ‘Waarom’, vroeg ik. ‘Dan kan ie beter de wolven horen’, zei hij. Staart ook afgeknipt. ‘Waarom’, vroeg ik weer. ‘Geen reden, gewoon lelijk, die dingen’, zei hij schouderophalend.
Een posting op Facebook over het bovenstaande gaf veel reacties over het zinloze en wrede couperen van honden. Ik ben ook tegen. Maar als ik hond was en een mooi en zinvol bestaan had als herdershond, dan nam ik een oor meer of minder waarschijnlijk voor lief, en zou ik niet willen ruilen met het veilige maar saaie leven van de huishond.
De posting werd ook opgepikt door de hoofdredactrice van het blad Hondenmanieren. ‘Ik ben ontdekt’, zo voelde het. Wat een eer. Ik schreef voor het blad een stuk over de Roemeense manier van omgaan met honden.
De volgende dag was het 30 april. In het restaurant van het thermale bad in Ocna Sibiului zochten we de koelte binnenshuis op, want 30 graden in de schaduw was ons een beetje teveel van het goede. We volgden de inhuldiging van onze nieuwe koning met wat Roemeense hapjes en een haarscherpe YouTube verbinding. Later op de avond namen we er nog een glaasje oranjebitter op.
Ik fotografeerde hun honden naar hartenlust, het waren schitterende inheemse hondenrassen.
Ik zag dat het ene hondenoor was afgeknipt, het andere niet. ‘Waarom’, vroeg ik. ‘Dan kan ie beter de wolven horen’, zei hij. Staart ook afgeknipt. ‘Waarom’, vroeg ik weer. ‘Geen reden, gewoon lelijk, die dingen’, zei hij schouderophalend.
Een posting op Facebook over het bovenstaande gaf veel reacties over het zinloze en wrede couperen van honden. Ik ben ook tegen. Maar als ik hond was en een mooi en zinvol bestaan had als herdershond, dan nam ik een oor meer of minder waarschijnlijk voor lief, en zou ik niet willen ruilen met het veilige maar saaie leven van de huishond.
De posting werd ook opgepikt door de hoofdredactrice van het blad Hondenmanieren. ‘Ik ben ontdekt’, zo voelde het. Wat een eer. Ik schreef voor het blad een stuk over de Roemeense manier van omgaan met honden.
De volgende dag was het 30 april. In het restaurant van het thermale bad in Ocna Sibiului zochten we de koelte binnenshuis op, want 30 graden in de schaduw was ons een beetje teveel van het goede. We volgden de inhuldiging van onze nieuwe koning met wat Roemeense hapjes en een haarscherpe YouTube verbinding. Later op de avond namen we er nog een glaasje oranjebitter op.
Laslău Mare
Samen met Anișoara reden we naar Laslău Mare. Even een korte verrassingsstop bij camping Doua Lumi en hun Nederlandse beheerders.
In Laslău Mare logeerden we in het huis van Anișoara en zagen we hoe er bij haar ingebroken was toen de zigeuners uit het buurtdorp er lucht van hadden gekregen dat haar man was overleden. Er was veel weg, ook in onze ogen kleine dingen zoals een vaas, en ook de sleutels van het huis wat Arjan van haar ging kopen. Dus die sloten had ze ook allemaal moeten laten vervangen. De gestolen spullen werden in de omgeving weer aangeboden en herkend als zijnde van Anișoara. De politie deed niets, ach het was voor mij niet de eerste keer om er achter te komen dat ze liever in de buit meedelen dan om er werk van te maken. We zullen ons huisje als doelwit nr 1 extra goed moeten gaan beschermen.
Anișoara werkte de hele dag door, er vielen steeds klusjes te doen. Het was ook de aanloop naar Orthodox Pasen, dat 5 weken later viel dan onze Pasen. Ik zat lui te wezen, en vooral af te kicken van de internetverslaving. Overal hadden we een snelle wifiverbinding en deelden we elke poep en scheet met onze Facebookvriendjes, behalve hier, zelf een mobieltje deed het niet.
Als we niet naar schermpjes konden turen, dan maar met elkaar praten. Zo 2012. Maar ondertussen kwamen wel de mooiste verhalen bij Arjan naar boven over de dorpsbewoners. En hun ingewikkelde familiebanden, want dat heb je in zo’n dorpje, waar veel mensen met elkaar verwant zijn. Volgende keer die boeiende geschiedenissen opschrijven, beloofde ik mezelf.
Bij de buren kon ik mijn fotografenhart ophalen, wat een mooi koppie had het oude buurtvrouwtje. Zelf snapte ze niet waarom ik een oud mensje van 82 jaar zoals zij op de foto wilde zetten. Later op Facebook vond iedereen haar net zo prachtig.
En deze buren hadden een paard, en ik vroeg (klein)- zoon Cristian of we de volgende ochtend een ritje gingen maken. Arjan fluisterde nog ‘volgens mij heeft hij hetzelfde als ik’, ja nou je het zegt, hij komt wel wat autistisch over.
De volgende dag stond hij stipt op tijd (tamelijk zeldzaam in Roemenië) klaar met paard en wagen. We maakten een tocht door de heuvels en weer terug door het dorp. Het hele dorp zal wel denken, wat een malle Hollandse, zo maar voor de lol een ritje maken. Ik val sowieso nogal op geloof ik, lang en blond.
Het paard was een mooie hengst, die hinnikte en stoer ging doen naar andere paarden, maar toch braaf was. Wat een rust, wat een prachtig landschap, wat genoot ik.
Samen met Anișoara reden we naar Laslău Mare. Even een korte verrassingsstop bij camping Doua Lumi en hun Nederlandse beheerders.
In Laslău Mare logeerden we in het huis van Anișoara en zagen we hoe er bij haar ingebroken was toen de zigeuners uit het buurtdorp er lucht van hadden gekregen dat haar man was overleden. Er was veel weg, ook in onze ogen kleine dingen zoals een vaas, en ook de sleutels van het huis wat Arjan van haar ging kopen. Dus die sloten had ze ook allemaal moeten laten vervangen. De gestolen spullen werden in de omgeving weer aangeboden en herkend als zijnde van Anișoara. De politie deed niets, ach het was voor mij niet de eerste keer om er achter te komen dat ze liever in de buit meedelen dan om er werk van te maken. We zullen ons huisje als doelwit nr 1 extra goed moeten gaan beschermen.
Anișoara werkte de hele dag door, er vielen steeds klusjes te doen. Het was ook de aanloop naar Orthodox Pasen, dat 5 weken later viel dan onze Pasen. Ik zat lui te wezen, en vooral af te kicken van de internetverslaving. Overal hadden we een snelle wifiverbinding en deelden we elke poep en scheet met onze Facebookvriendjes, behalve hier, zelf een mobieltje deed het niet.
Als we niet naar schermpjes konden turen, dan maar met elkaar praten. Zo 2012. Maar ondertussen kwamen wel de mooiste verhalen bij Arjan naar boven over de dorpsbewoners. En hun ingewikkelde familiebanden, want dat heb je in zo’n dorpje, waar veel mensen met elkaar verwant zijn. Volgende keer die boeiende geschiedenissen opschrijven, beloofde ik mezelf.
Bij de buren kon ik mijn fotografenhart ophalen, wat een mooi koppie had het oude buurtvrouwtje. Zelf snapte ze niet waarom ik een oud mensje van 82 jaar zoals zij op de foto wilde zetten. Later op Facebook vond iedereen haar net zo prachtig.
En deze buren hadden een paard, en ik vroeg (klein)- zoon Cristian of we de volgende ochtend een ritje gingen maken. Arjan fluisterde nog ‘volgens mij heeft hij hetzelfde als ik’, ja nou je het zegt, hij komt wel wat autistisch over.
De volgende dag stond hij stipt op tijd (tamelijk zeldzaam in Roemenië) klaar met paard en wagen. We maakten een tocht door de heuvels en weer terug door het dorp. Het hele dorp zal wel denken, wat een malle Hollandse, zo maar voor de lol een ritje maken. Ik val sowieso nogal op geloof ik, lang en blond.
Het paard was een mooie hengst, die hinnikte en stoer ging doen naar andere paarden, maar toch braaf was. Wat een rust, wat een prachtig landschap, wat genoot ik.
Onderweg was een hele grote beige hond woest op ons afgestoven en die hond wilde ik absoluut op de foto gaan zetten. Bij terugkomst ging ik dan ook meteen naar het huis waar ik dacht dat de hond vandaan was geschoten. Ik kwam middenin de slachtwerkzaamheden en de verkoop van kaas terecht bij een schaapsherdersgezin. Behalve de majestueuze hond, rustig wachtend op slachtafval, er was niets meer woests aan, was er nog een andere verrassing, een teef met twee prachtige puppies.
‘Wil jij er eentje?’ vroeg de herder terwijl hij de pups omhoog hield. Mijn uitleg over mijn appartement in de stad en dat dit echte werkhonden zijn kwam geloof ik niet over. Maar dat zou ook kunnen door mijn ‘oh, oh, oh, oh, oh, oh’, gekreun, omdat ze zo mooi waren.
Ik kon me niet voorstellen dat een groot ras slechts twee pups voortbracht. Had ze er niet meer gekregen? ‘Jawel, acht stuks’. ‘Wat heb je daar dan mee gedaan’, vroeg ik, al wilde ik het antwoord niet horen. ‘Weggegooid’, zei de herderin. ‘Wat moeten we er met zoveel’, voegde ze er aan toe. De kinderen werden opgetrommeld en poseerden ook met de pups.
‘Wil jij er eentje?’ vroeg de herder terwijl hij de pups omhoog hield. Mijn uitleg over mijn appartement in de stad en dat dit echte werkhonden zijn kwam geloof ik niet over. Maar dat zou ook kunnen door mijn ‘oh, oh, oh, oh, oh, oh’, gekreun, omdat ze zo mooi waren.
Ik kon me niet voorstellen dat een groot ras slechts twee pups voortbracht. Had ze er niet meer gekregen? ‘Jawel, acht stuks’. ‘Wat heb je daar dan mee gedaan’, vroeg ik, al wilde ik het antwoord niet horen. ‘Weggegooid’, zei de herderin. ‘Wat moeten we er met zoveel’, voegde ze er aan toe. De kinderen werden opgetrommeld en poseerden ook met de pups.
De avond voor vertrek ging Anișoara eieren verven. Nooit heb ik iemand zoveel tijd aan het verven van eieren zien besteden. Eerst werden er blaadjes van rode uien uitgezocht en werden er bieten geraspt om daarmee een verfprutje te maken. Vervolgens werden er buiten gezocht naar blaadjes met een mooi patroontje. Die werden op het ei gelegd, stukje panty er om heen, touwtje om de panty, en toen konden de eieren in de verf. Uren en uren kostte het. De volgende morgen kregen we een doosje eieren mee. Wat moesten we met deze mooie gift doen, in de handbagage mocht het niet mee, in de koffer ging het beslist stuk, en wat nog meer, het wás voor ons niet eens Pasen bij terugkomst! We zouden de eieren aan Alex uit Ploiești geven, we zouden haar nog zien op de luchthaven. En accepteer je dan de gift en geef je het weg zonder iets te zeggen, of vertel je dat je er een ander blij mee zal maken? We kozen voor het laatste.
Anișoara deelde wat doosjes met eieren uit aan de buurtjes en de oude buurvrouw kwam ongevraagd aan met een kip die ze net geslacht had. Hop in een plastic tas, die ging mee naar Sibiu. Zo gaat het delen van het beschikbare voedsel in een gemeenschap die in principe zelfvoorzienend is.
Anișoara deelde wat doosjes met eieren uit aan de buurtjes en de oude buurvrouw kwam ongevraagd aan met een kip die ze net geslacht had. Hop in een plastic tas, die ging mee naar Sibiu. Zo gaat het delen van het beschikbare voedsel in een gemeenschap die in principe zelfvoorzienend is.
En de vakantie zat er alweer op. Nooit wil ik weg. En nog voor ik thuis ben heb ik heimwee.