September 2011
Enkele tegenslagen
Net op de avond voor vertrek werd ik opeens ziek, misselijk en koortsig. En Arjan had er ook de pest in omdat zijn iPad niet wilde opstarten. Ik was blij dat ik in het vliegtuig kon slapen. We huurden een auto bij firma Rodna en gingen richting Târgoviște. Even een verkeerde afslag naar Pitești, maar we kwamen toch aan in Târgoviște tegen half 8 in de avond.
We hadden afgesproken met Hans en Anita, die daar wonen. Hans stond op ons te wachten en reed ons voor naar hun appartement. Anita runt een kleine kledingwinkel in haar huis, om zo haar hulpprojecten, zoals de thuiszorg, te kunnen financieren.
Tijdens ons etentje in restaurant Casa Veche vertelde Anita over de schrijnende gevallen in de thuiszorg. Een half verlamde man met een huis vol kakkerlakken. Het enige dat hij kon doen was zijn hand voor mond/oren houden, zodat ze niet naar binnen zouden kruipen.
Na het supergezellige diner reden Anita en Hans ons voor naar hotel Solarino, waar ze nog korting voor ons had bedongen ook.
De volgende morgen voelde ik me een beetje meer opgeknapt en Arjan had zijn iPad aan de praat gekregen. Het stemde ons maar kort vrolijk, want we troffen de huurauto aan met een lekke band. Twee jongens uit het hotel gingen voor ons aan de slag. We brachten de band naar de vulcanizare (banden repareren is bloeiende bedrijfstak met een eigen naam).
Ziekenhuisproject
Vervolgens ging Arjan naar het politiemuseum en ging ik met Anita haar speelkamerproject in het ziekenhuis bezoeken. In het staatsziekenhuis zat een oud vrouwtje op een stoel in de lift en drukte voor ons op de knopjes, bij wijze van een werkgelegenheidsproject.
Ik had zakjes chocolade euromunten voor de kinderen meegenomen. Er werkte een leuke begeleidster die de kinderen goed begeleidt. Ze probeert ze ook wat op te voeden, heel basaal, zoals handen wassen en tanden poetsen.
Na een terrasje gepakt te hebben met Arjan en Anita, bezochten Arjan en ik Curtea Domneasca (het Vorstelijk Hof) complex met Turnul Chindiei (de Schemertoren), die even door mij beklommen moest worden. Alsof dat nog niet uitzicht genoeg was, zijn we gaan eten bij restaurant Casa Noastra, met een panoramisch uitzicht over de stad.
De avond werd uitgeluid door de liveband in hotel Solarino, die van geen ophouden wist.
De volgende ochtend wilde de airco van de auto niet aangaan. Dit in combinatie met de zeer slechte staat van de banden deed ons besluiten om naar firma Rodna te bellen. Die ging een andere auto voor ons regelen. Het moest een automaat zijn en die avond stond er een superfijne Mercedes D170 voor ons klaar. Deze upgrade deed ons het kleine leed vergeten.
Vervolgens ging Arjan naar het politiemuseum en ging ik met Anita haar speelkamerproject in het ziekenhuis bezoeken. In het staatsziekenhuis zat een oud vrouwtje op een stoel in de lift en drukte voor ons op de knopjes, bij wijze van een werkgelegenheidsproject.
Ik had zakjes chocolade euromunten voor de kinderen meegenomen. Er werkte een leuke begeleidster die de kinderen goed begeleidt. Ze probeert ze ook wat op te voeden, heel basaal, zoals handen wassen en tanden poetsen.
Na een terrasje gepakt te hebben met Arjan en Anita, bezochten Arjan en ik Curtea Domneasca (het Vorstelijk Hof) complex met Turnul Chindiei (de Schemertoren), die even door mij beklommen moest worden. Alsof dat nog niet uitzicht genoeg was, zijn we gaan eten bij restaurant Casa Noastra, met een panoramisch uitzicht over de stad.
De avond werd uitgeluid door de liveband in hotel Solarino, die van geen ophouden wist.
De volgende ochtend wilde de airco van de auto niet aangaan. Dit in combinatie met de zeer slechte staat van de banden deed ons besluiten om naar firma Rodna te bellen. Die ging een andere auto voor ons regelen. Het moest een automaat zijn en die avond stond er een superfijne Mercedes D170 voor ons klaar. Deze upgrade deed ons het kleine leed vergeten.
Horezu en het hondenstaartje
We waren ondertussen via Câmpulung en Râmnicu Vâlcea naar Horezu gereden. We checkten in bij pension Criveanu, een tip van de broer van Arjan. Een fijn pension met een bloementuin en loslopende konijnen in de tuin. De vriendelijke pensioneigenaren waren milieubewust, dat is zo zeldzaam in Roemenië dat het meteen opviel!
Horezu staat bekend om het keramiek. We bezochten een werkplaats/winkeltje van Eufrosina Vicșoreanu, een vrouw van 78 jaar die voor vele generaties potten heeft gebakken, van Ceaușescu tot Basescu. Maar de traditie zal met haar overlijden stoppen, haar kinderen nemen het niet van haar over, want die zijn naar het buitenland gegaan. Arjan kocht een bord.
Daarna gingen we een hapje eten bij een restaurant met een terras naast het busstation. Ze hebben er misschien niet van fijnstof gehoord, maar het overschreed elke denkbare norm.
Er liep daar bij dat restaurant een zwangere herdershond naar me toe. Het valt bijna niet in woorden te beschrijven, maar het contact met haar raakte me diep en meteen stroomden de tranen me over de wangen. Dit verhaal zou nog een hondenstaartje krijgen...
We waren ondertussen via Câmpulung en Râmnicu Vâlcea naar Horezu gereden. We checkten in bij pension Criveanu, een tip van de broer van Arjan. Een fijn pension met een bloementuin en loslopende konijnen in de tuin. De vriendelijke pensioneigenaren waren milieubewust, dat is zo zeldzaam in Roemenië dat het meteen opviel!
Horezu staat bekend om het keramiek. We bezochten een werkplaats/winkeltje van Eufrosina Vicșoreanu, een vrouw van 78 jaar die voor vele generaties potten heeft gebakken, van Ceaușescu tot Basescu. Maar de traditie zal met haar overlijden stoppen, haar kinderen nemen het niet van haar over, want die zijn naar het buitenland gegaan. Arjan kocht een bord.
Daarna gingen we een hapje eten bij een restaurant met een terras naast het busstation. Ze hebben er misschien niet van fijnstof gehoord, maar het overschreed elke denkbare norm.
Er liep daar bij dat restaurant een zwangere herdershond naar me toe. Het valt bijna niet in woorden te beschrijven, maar het contact met haar raakte me diep en meteen stroomden de tranen me over de wangen. Dit verhaal zou nog een hondenstaartje krijgen...
Targu Jiu/Dobreta-Turnu Severin/Orsova
We maakten een aardige tocht naar Târgu Jiu. Dit plaatsje is vooral bekend van de werken van kunstenaar Brancuși, en stond al lang op het to-do lijstje van Arjan. We bewonderden de Eeuwige Zuil, de Poort van de Kus, de Tafel van het Zwijgen en het aardige park waar ze de bomen naambordjes hadden gegeven.
De tocht naar Dobreta-Turnu Severin was landschappelijk niet zo interessant, maar dat Arjan zijn langgezochte Roemeense Monopoliespel bij een benzinepomp vond, en dat de omgewisselde auto zo heerlijk reed, maakte veel goed. En we hadden ook nog een voortreffelijke lunch bij Taverna Sârbului (de taveerne van de Serf) met uitzicht op de Donau en Servië aan de overkant.
We reden door naar pension Casa Wanted in het plaatsje Orșova, waar we 2 nachten hadden geboekt, wederom een tip van de broer van Arjan, vanwege het uitzicht op de Donau. Het was een liefdeloos, half afgewerkt pension, maar het was er wel gezellig.
Er boekte tegelijkertijd met ons een familie uit Boekarest in. Angela met echtgenoot Marian (dat is een mannennaam in Roemenië) en dochtertje van 6, Maria. We boekten meteen een bootreisje over de Donau samen met hen en nog een stel voor de volgende dag.
Het werd een heerlijke tocht over de Donau, op de grens tussen Roemenië en Servië. We zagen uitgehakt in de rotsen de kop van Decebal, we bezochten de Veteranengrot, en voeren langs de marmeren Tabula Traiana (geplaatst in het jaar 100), als onderdeel van de brug die er nooit kwam tussen Roemenië en Servië.
Ik schijn volgend jaar terug te moeten komen in Orșova om mijn lensdop van mijn fototoestel op te komen halen. Die rolde zomaar van de steiger af het water in. Van de winter staat het water zo laag dat ze ‘m kunnen opvissen. Zoals ook gebeurde met de gouden ketting die op dezelfde plaats in het water verdween.
In Dobreta-Turnu Severin wilden we graag de kasteelruïnes bezoeken, maar wegens restauratie was alles gesloten. Ook de prachtige watertoren in het centrum stond er restaurerend bij en leverde geen fotomoment op. We gingen door naar het kloostertje Vodița, en daar werd eveneens gerestaureerd.
Geldzaken
De eerste dag liepen we tegen wat bancaire problemen aan. Een geldopname verliep zeer vreemd en ik vertrouwde het niet. Ik liep de bank in voor een gesprek, belde op advies met mijn eigen bank, maar achteraf was er gelukkig geen geld van mijn rekening verdwenen.
Bij een lunch in Dobreta-Turnu Severin wilde ik de rekening betalen en zou het 313 lei moeten zijn. Veel te veel. Oh sorry, zei de ober, het moet 31,30 lei zijn. Hij legde uit dat het kwam omdat hij nog met de oude lei werkte. In 2005 werden er 4 nullen weggestreept in een revaluatie. Een argeloze toerist zou er zomaar intrappen en veel te veel betalen.
Arjan kocht een boek en kon zowaar pinnen in het overvolle winkeltje. Bij het pinnen werd hem gevraagd om in lei te betalen en niet in euro’s. ‘Dat gaat vanzelf’ antwoordde Arjan vriendelijk. Maar of ze het echt begreep hoe het werkte, dat pinnen?
We maakten een aardige tocht naar Târgu Jiu. Dit plaatsje is vooral bekend van de werken van kunstenaar Brancuși, en stond al lang op het to-do lijstje van Arjan. We bewonderden de Eeuwige Zuil, de Poort van de Kus, de Tafel van het Zwijgen en het aardige park waar ze de bomen naambordjes hadden gegeven.
De tocht naar Dobreta-Turnu Severin was landschappelijk niet zo interessant, maar dat Arjan zijn langgezochte Roemeense Monopoliespel bij een benzinepomp vond, en dat de omgewisselde auto zo heerlijk reed, maakte veel goed. En we hadden ook nog een voortreffelijke lunch bij Taverna Sârbului (de taveerne van de Serf) met uitzicht op de Donau en Servië aan de overkant.
We reden door naar pension Casa Wanted in het plaatsje Orșova, waar we 2 nachten hadden geboekt, wederom een tip van de broer van Arjan, vanwege het uitzicht op de Donau. Het was een liefdeloos, half afgewerkt pension, maar het was er wel gezellig.
Er boekte tegelijkertijd met ons een familie uit Boekarest in. Angela met echtgenoot Marian (dat is een mannennaam in Roemenië) en dochtertje van 6, Maria. We boekten meteen een bootreisje over de Donau samen met hen en nog een stel voor de volgende dag.
Het werd een heerlijke tocht over de Donau, op de grens tussen Roemenië en Servië. We zagen uitgehakt in de rotsen de kop van Decebal, we bezochten de Veteranengrot, en voeren langs de marmeren Tabula Traiana (geplaatst in het jaar 100), als onderdeel van de brug die er nooit kwam tussen Roemenië en Servië.
Ik schijn volgend jaar terug te moeten komen in Orșova om mijn lensdop van mijn fototoestel op te komen halen. Die rolde zomaar van de steiger af het water in. Van de winter staat het water zo laag dat ze ‘m kunnen opvissen. Zoals ook gebeurde met de gouden ketting die op dezelfde plaats in het water verdween.
In Dobreta-Turnu Severin wilden we graag de kasteelruïnes bezoeken, maar wegens restauratie was alles gesloten. Ook de prachtige watertoren in het centrum stond er restaurerend bij en leverde geen fotomoment op. We gingen door naar het kloostertje Vodița, en daar werd eveneens gerestaureerd.
Geldzaken
De eerste dag liepen we tegen wat bancaire problemen aan. Een geldopname verliep zeer vreemd en ik vertrouwde het niet. Ik liep de bank in voor een gesprek, belde op advies met mijn eigen bank, maar achteraf was er gelukkig geen geld van mijn rekening verdwenen.
Bij een lunch in Dobreta-Turnu Severin wilde ik de rekening betalen en zou het 313 lei moeten zijn. Veel te veel. Oh sorry, zei de ober, het moet 31,30 lei zijn. Hij legde uit dat het kwam omdat hij nog met de oude lei werkte. In 2005 werden er 4 nullen weggestreept in een revaluatie. Een argeloze toerist zou er zomaar intrappen en veel te veel betalen.
Arjan kocht een boek en kon zowaar pinnen in het overvolle winkeltje. Bij het pinnen werd hem gevraagd om in lei te betalen en niet in euro’s. ‘Dat gaat vanzelf’ antwoordde Arjan vriendelijk. Maar of ze het echt begreep hoe het werkte, dat pinnen?
Timisoara
Via Bâile Herculane reden we naar Timișoara. Bâile Herculane was een erg leuk plaatsje dat bekend is van de monumentale zwavelbadhuizen. De badhuizen worden momenteel gerenoveerd. Is heel Roemenië op de schop ofzo? Kom terug als alles klaar is?
We maakten nog even een stop in Caransebeș, waar net een festival was en het gezellig was. In een onooglijk tentje aten we nog de meest perfecte mici (gehaktrolletjes) die denkbaar zijn.
Daarna werd het landschap saai, maar konden we goed doorrijden omdat de wegen goed en rustig waren. Via een goede internetbeoordeling kwamen we uit bij pension Yasmine. Nette, schone kamers.
Met heel veel moeite vonden we aan de rand van Timișoara twee asiels die we op verzoek van een Nederlandse organisatie bezochten om er honden te fotograferen. Ik raakte helemaal in een roes, en dacht ‘ik sta in Roemenië honden te fotograferen’. Drie hobby’s die samenvloeien, het leven wordt niet mooier dan dit!’. Later kreeg ik veel complimenten voor mijn fotowerk.
We genoten van Timișoara en de vriendelijke sfeer die er heerste. In het Rozenpark bezochten we een folklorefestival. Even vroegen we ons af waarom er zoveel ruimte tussen podium en zittribune was. Oh ja, natuurlijk, er moet gedanst kunnen worden. De traditionele Hora wel te verstaan, oud en jong kan meedansen in de kring.
En er stond een travestiet in het publiek. Ik knipper er niet van met mijn ogen in Amsterdam, maar op een folklorefestival in Roemenië knipper ik nog een keer extra.
We bekeken het prachtige Piața Unirii (Plein van de Eenheid) en daarna het Piața Revoluției (Plein van de Revolutie). Inderdaad, daar brak in 1989 de revolutie uit onder aanvoering van dominee Tökes. Nou ja, achteraf was het geen revolutie, maar ze hebben het plein nooit meer hernoemd tot Plein van de Staatsgreep.
We aten bij restaurant Lloyd. Schitterend interieur, maar van de oude grandeur kregen we niets mee op het terras. Daar werden de mensen lastig gevallen door een gestoorde bedelaar die tegen iedereen ‘fuck you’ riep als hij geen geld kreeg, en Arjan zelfs aantikte toen hij werd genegeerd.
We hoorden zowel voor ons als achter ons op het terras Nederlands spreken, maar hadden geen behoefte aan contact.
Hondenoverpeinzingen
In Târgoviște zag ik honden met oormerken, dus gesteriliseerd, ook de reuen. In Targu Jiu heb ik op één stadsparkhond na, geen enkele straathond gezien. In Orșova zijn de honden suïcidaal, tenminste, die indruk geven ze als ze uit het niets opduiken en blaffend naast de auto meehollen.
In Dobreta-Turnu Severin zag ik maar liefst 5 dierenwinkeltjes op één vierkante kilometer.
In Timișoara, een van de meest welvarende steden in Roemenië, zagen we rashonden aan de lijn. Raspupjes werden in een etalage aangeboden in een luxe winkelcentrum.
In Boekarest bezocht ik het hondenhotel. De taxichauffeur kwam niet meer bij van het lachen van het idee dat er een hondenhotel in zijn stad bestond.
Kortom, er is zoveel mis, maar er is toch vooruitgang. Als je het vooruitgang kan noemen dat op de ene plek er voor de commercie pups worden gefokt, terwijl er op de andere plek pups levend met het afval worden weggegooid.
Via Bâile Herculane reden we naar Timișoara. Bâile Herculane was een erg leuk plaatsje dat bekend is van de monumentale zwavelbadhuizen. De badhuizen worden momenteel gerenoveerd. Is heel Roemenië op de schop ofzo? Kom terug als alles klaar is?
We maakten nog even een stop in Caransebeș, waar net een festival was en het gezellig was. In een onooglijk tentje aten we nog de meest perfecte mici (gehaktrolletjes) die denkbaar zijn.
Daarna werd het landschap saai, maar konden we goed doorrijden omdat de wegen goed en rustig waren. Via een goede internetbeoordeling kwamen we uit bij pension Yasmine. Nette, schone kamers.
Met heel veel moeite vonden we aan de rand van Timișoara twee asiels die we op verzoek van een Nederlandse organisatie bezochten om er honden te fotograferen. Ik raakte helemaal in een roes, en dacht ‘ik sta in Roemenië honden te fotograferen’. Drie hobby’s die samenvloeien, het leven wordt niet mooier dan dit!’. Later kreeg ik veel complimenten voor mijn fotowerk.
We genoten van Timișoara en de vriendelijke sfeer die er heerste. In het Rozenpark bezochten we een folklorefestival. Even vroegen we ons af waarom er zoveel ruimte tussen podium en zittribune was. Oh ja, natuurlijk, er moet gedanst kunnen worden. De traditionele Hora wel te verstaan, oud en jong kan meedansen in de kring.
En er stond een travestiet in het publiek. Ik knipper er niet van met mijn ogen in Amsterdam, maar op een folklorefestival in Roemenië knipper ik nog een keer extra.
We bekeken het prachtige Piața Unirii (Plein van de Eenheid) en daarna het Piața Revoluției (Plein van de Revolutie). Inderdaad, daar brak in 1989 de revolutie uit onder aanvoering van dominee Tökes. Nou ja, achteraf was het geen revolutie, maar ze hebben het plein nooit meer hernoemd tot Plein van de Staatsgreep.
We aten bij restaurant Lloyd. Schitterend interieur, maar van de oude grandeur kregen we niets mee op het terras. Daar werden de mensen lastig gevallen door een gestoorde bedelaar die tegen iedereen ‘fuck you’ riep als hij geen geld kreeg, en Arjan zelfs aantikte toen hij werd genegeerd.
We hoorden zowel voor ons als achter ons op het terras Nederlands spreken, maar hadden geen behoefte aan contact.
Hondenoverpeinzingen
In Târgoviște zag ik honden met oormerken, dus gesteriliseerd, ook de reuen. In Targu Jiu heb ik op één stadsparkhond na, geen enkele straathond gezien. In Orșova zijn de honden suïcidaal, tenminste, die indruk geven ze als ze uit het niets opduiken en blaffend naast de auto meehollen.
In Dobreta-Turnu Severin zag ik maar liefst 5 dierenwinkeltjes op één vierkante kilometer.
In Timișoara, een van de meest welvarende steden in Roemenië, zagen we rashonden aan de lijn. Raspupjes werden in een etalage aangeboden in een luxe winkelcentrum.
In Boekarest bezocht ik het hondenhotel. De taxichauffeur kwam niet meer bij van het lachen van het idee dat er een hondenhotel in zijn stad bestond.
Kortom, er is zoveel mis, maar er is toch vooruitgang. Als je het vooruitgang kan noemen dat op de ene plek er voor de commercie pups worden gefokt, terwijl er op de andere plek pups levend met het afval worden weggegooid.
Onderweg met frisse lucht
We maakten een schitterende tocht die gelukkig weer de bergen in ging. We reden via Lugoj naar Sarmizegetusa, waar we de ruïnes van een Dacische nederzetting bezochten. Tegenwoordig heet Colonia Ulpia Traiana Augusta Dacica Sarmizegetusa gewoon Sarmizegetusa, zo vermeldt Wikipedia geruststellend.
Daarna reden we via Petroșani naar Voineasa. Dwars door het Pârang-gebergte. Een prachtig natuurgebied, waar de lucht zo heerlijk fris en zuiver is. Meestal scheppen Roemenen op over hun zuivere lucht terwijl ze nog een sigaret opsteken.
Volgens een bord langs de weg moeten er beren, wolven en lynxen zitten. Ik geloof het meteen, ook al lieten ze zich niet zien. De ezels lieten zich wel zien, al werden ze op dat bord niet genoemd. Wat deden die ezels nou in dat onbewoonde gebied? Zijn het zwerfezels? Ze lusten in ieder geval hondenkoekjes en waren supernieuwsgierig. Leuk. Zal ik een ezeltje adopteren en op mijn balconflat houden?
In Voineasa streken we neer bij het liefelijke pension La Danuț voor 70 lei (16 euro) per kamer per nacht. Want Hotel Zan (4 sterren, 180 lei) vonden we te duur. Maar we hebben er wel avondeten en ontbijt genuttigd, zodat ik kon constateren dat ook bij een 4 sterrenhotel de deur van het toilet niet sluit. Het is heel simpel in Roemenië. Deur open is vrij, deur gesloten is bezet. Misschien. En anders probeer je het even en zeg je pardon. Waarom zou je er een slot op doen.
Buurmanul
Vanuit Voineasa belden we met Buurmanul. Dat is de buurman - plus bepaald lidwoord ‘ul’, van goede vriend Mihai. Buurmanul had ik het jaar daarvoor de Zaanse Schans en Keukenhof laten zien, en had sindsdien besloten dat áls we in Roemenië waren hoe dan ook bij hem langs moesten komen. Dus we hadden Mihai gevraagd om hem niet te vertellen dat we in het land waren, dan konden we tenminste zelf over onze agenda beschikken. De gastvrijheid kan verstikkend zijn.
Afijn, Buurmanul was zeer verrast over onze komst en ging meteen pannenkoeken bakken. We kwamen met enig oponthoud aan omdat we het klooster in Cozia nog bezochten. Waar Arjan tussen de souvenirs weer een andere versie van een Roemeens Monopoliespel op de kop tikte.
Eerst liet Buurmanul minutieus zijn hele huis plus tuin plus schuur plus Mihai’s huis zien, alvorens we op de pannenkoeken met zelfgemaakte jam konden aanvallen. Daarna werden we gewogen en het aantal kilo’s werden met krijt op het muurtje van de schuur genoteerd. Waar al andere gewichten genoteerd stonden van andere familieleden. Wat is Roemenië toch een hilarisch land. Trouwens, als ik er nog langer zou blijven zou mijn gewicht moeten worden bijgesteld met dit pannenkoekendieet.
Afijn, Buurmanul was zeer verrast over onze komst en ging meteen pannenkoeken bakken. We kwamen met enig oponthoud aan omdat we het klooster in Cozia nog bezochten. Waar Arjan tussen de souvenirs weer een andere versie van een Roemeens Monopoliespel op de kop tikte.
Eerst liet Buurmanul minutieus zijn hele huis plus tuin plus schuur plus Mihai’s huis zien, alvorens we op de pannenkoeken met zelfgemaakte jam konden aanvallen. Daarna werden we gewogen en het aantal kilo’s werden met krijt op het muurtje van de schuur genoteerd. Waar al andere gewichten genoteerd stonden van andere familieleden. Wat is Roemenië toch een hilarisch land. Trouwens, als ik er nog langer zou blijven zou mijn gewicht moeten worden bijgesteld met dit pannenkoekendieet.
Ongeluk Aurel
Helaas werd onze vakantie overschaduwd door het slechte nieuws dat Aurel, aangetrouwde familie van Arjan, uit Giurgeni, waar we tweemaal hadden gelogeerd, een ernstig ongeluk had gehad. Hij werkte bij een waterpompinstallatie en was in een diep gat gevallen. Hij was per helikopter overgebracht naar een ziekenhuis (spital universitar) in Boekarest. We hebben onze reisplannen gewijzigd en zijn de laatste twee dagen naar Boekarest geweest om hem te kunnen bezoeken.
Het was schokkend om op deze wijze de gang van zaken mee te maken in een staatsziekenhuis. Wat mij het meest is bijgebleven waren de smerige toiletten in het ziekenhuis. En een totaal gebrek aan zeep en handdoekjes. Ik bleek niet de enige te zijn die met vochtige doekjes in de handtas liep. Je moet wel als je iets om hygiëne geeft.
Aurel had behalve zijn schouder alle rechterribben gebroken en er werd gezegd dat er een tekort aan titaniumplaatjes was om het te kunnen opereren. Die moesten uit Tsjechië komen. Dagen later waren ze er pas. Is het tekort waar of is het een manier om geld te krijgen voor de operatie? Zijn baas stelde geld beschikbaar.
In de krant Adevărul (‘De Waarheid’) schreven ze dat hij twee kinderen had, terwijl het echt eentje is.
Bij het ziekenhuis ontmoetten we ook Irina en ‘Cuscra’ (de moeder van Arjans schoonzus). De verpleging liet ons uren en uren in een hal wachten tot we Aurel konden zien. Geen mogelijkheid om te zitten, we gingen maar op de vloer zitten na verloop van tijd. Was het echt zo dat we niet bij Aurel konden omdat ze op de Eerste Hulp nog bezig waren? Toen Irina een verpleegkundige wat geld had toegestoken trok dat de zaak meteen vlot. We moesten slofjes over onze schoenen heentrekken en een jas over onze kleren aantrekken. Uiteraard alleen voor de vorm, niemand vroeg of je na een toiletbezoek wel je handen met je zelf meegebrachte vochtige doekjes had afgeveegd.
Aurel kon niet praten, alleen in je hand knijpen. Hij was er ellendig aan toe. Gelukkig is later alles min of meer goed gekomen, ware het niet dat hij zonder pardon zijn baan kwijt raakte.
Boekarest
Naast ziekenhuisbezoek hebben we ook nog even kunnen genieten van de uitgaanswijk Lipscani in Boekarest, die alsmaar gezelliger wordt. Wel kostte het ons moeite om een hotelletje te vinden in de buurt van luchthaven Otopeni. De kamers die we via een reservering op internet hadden besproken, bleken in het echt volgeboekt te zijn. Reserveren via internet is misschien iets teveel vooruitgang. Na wat zoeken vonden we pension Raffael. Van een zigeunerfamilie. En de eigenaar sprak een beetje Nederlands en Duits.
De dag van vertrek stond in het teken van de honden die we mee terug zouden vliegen. Vier pups uit Boekarest en nog een volwassen hond die uit het 600 kilometer verderop gelegen Botoșani moest komen. Die zou door iemand met de nachttrein gebracht worden. In plaats van de persoon zelf, werd ik door een taxichauffeur gebeld, dat hij voor de deur van de luchthaven stond. Of ik even de hond op kwam halen, en oh ja, hier zijn de papieren. De hond stonk een uur in de wind van de diarree en zou zo niet geaccepteerd worden door de luchtvaartmaatschappij. Gelukkig kreeg ik hulp van degene die met de pups mee kwam, en op de parkeerplaats waste ze de hond schoon met flesjes water.
En zo klaagde niemand van het grondpersoneel over een halfnatte hond noch over onze koffers met overgewicht en kwamen we weer aan in Nederland. De vakantie was weer veel te kort geweest.
Helaas werd onze vakantie overschaduwd door het slechte nieuws dat Aurel, aangetrouwde familie van Arjan, uit Giurgeni, waar we tweemaal hadden gelogeerd, een ernstig ongeluk had gehad. Hij werkte bij een waterpompinstallatie en was in een diep gat gevallen. Hij was per helikopter overgebracht naar een ziekenhuis (spital universitar) in Boekarest. We hebben onze reisplannen gewijzigd en zijn de laatste twee dagen naar Boekarest geweest om hem te kunnen bezoeken.
Het was schokkend om op deze wijze de gang van zaken mee te maken in een staatsziekenhuis. Wat mij het meest is bijgebleven waren de smerige toiletten in het ziekenhuis. En een totaal gebrek aan zeep en handdoekjes. Ik bleek niet de enige te zijn die met vochtige doekjes in de handtas liep. Je moet wel als je iets om hygiëne geeft.
Aurel had behalve zijn schouder alle rechterribben gebroken en er werd gezegd dat er een tekort aan titaniumplaatjes was om het te kunnen opereren. Die moesten uit Tsjechië komen. Dagen later waren ze er pas. Is het tekort waar of is het een manier om geld te krijgen voor de operatie? Zijn baas stelde geld beschikbaar.
In de krant Adevărul (‘De Waarheid’) schreven ze dat hij twee kinderen had, terwijl het echt eentje is.
Bij het ziekenhuis ontmoetten we ook Irina en ‘Cuscra’ (de moeder van Arjans schoonzus). De verpleging liet ons uren en uren in een hal wachten tot we Aurel konden zien. Geen mogelijkheid om te zitten, we gingen maar op de vloer zitten na verloop van tijd. Was het echt zo dat we niet bij Aurel konden omdat ze op de Eerste Hulp nog bezig waren? Toen Irina een verpleegkundige wat geld had toegestoken trok dat de zaak meteen vlot. We moesten slofjes over onze schoenen heentrekken en een jas over onze kleren aantrekken. Uiteraard alleen voor de vorm, niemand vroeg of je na een toiletbezoek wel je handen met je zelf meegebrachte vochtige doekjes had afgeveegd.
Aurel kon niet praten, alleen in je hand knijpen. Hij was er ellendig aan toe. Gelukkig is later alles min of meer goed gekomen, ware het niet dat hij zonder pardon zijn baan kwijt raakte.
Boekarest
Naast ziekenhuisbezoek hebben we ook nog even kunnen genieten van de uitgaanswijk Lipscani in Boekarest, die alsmaar gezelliger wordt. Wel kostte het ons moeite om een hotelletje te vinden in de buurt van luchthaven Otopeni. De kamers die we via een reservering op internet hadden besproken, bleken in het echt volgeboekt te zijn. Reserveren via internet is misschien iets teveel vooruitgang. Na wat zoeken vonden we pension Raffael. Van een zigeunerfamilie. En de eigenaar sprak een beetje Nederlands en Duits.
De dag van vertrek stond in het teken van de honden die we mee terug zouden vliegen. Vier pups uit Boekarest en nog een volwassen hond die uit het 600 kilometer verderop gelegen Botoșani moest komen. Die zou door iemand met de nachttrein gebracht worden. In plaats van de persoon zelf, werd ik door een taxichauffeur gebeld, dat hij voor de deur van de luchthaven stond. Of ik even de hond op kwam halen, en oh ja, hier zijn de papieren. De hond stonk een uur in de wind van de diarree en zou zo niet geaccepteerd worden door de luchtvaartmaatschappij. Gelukkig kreeg ik hulp van degene die met de pups mee kwam, en op de parkeerplaats waste ze de hond schoon met flesjes water.
En zo klaagde niemand van het grondpersoneel over een halfnatte hond noch over onze koffers met overgewicht en kwamen we weer aan in Nederland. De vakantie was weer veel te kort geweest.
|
|